De aanslag in Kashmir op 22 april jl. is aanleiding geweest voor discussies op meerdere social media kanalen. Hindoes over de hele wereld vragen om aandacht voor hetgeen dat zich heeft voorgedaan, zo ook hier in Nederland. Wij willen aandacht voor het feit dat er mensen vermoord zijn alleen vanwege hun religieuze afkomst. Diverse religieuze leiders, zowel Hindoe als Moslim, spreken hun afkeuring uit. De vraag is in hoeverre dat voldoende is?
Nog belangrijker, hoe zorgen we ervoor dat de segregatie (afzondering) tussen bevolkingsgroepen niet groter wordt. De term polarisatie wordt nu vaak genoemd. Als docent binnen het Hoger Onderwijs, sociale studies, is dit een term die we liever niet te vaak benoemen. Het begrip is beladen en zorgt voor negativiteit en weerstand maar ook voor opstand. Ik pleit ervoor dat we vanaf het begin duidelijk maken dat het gaat om een groep extremisten die dit doet en dat niet iedereen er zo over denkt. Door juist verbinding met elkaar te zoeken en de dialoog met elkaar aan te gaan komen we verder. Gelukkig benadrukt de huidige berichtgeving dit ook. De vraag die hierbij opkomt is hoe komt dat wij, als Hindustaanse Nederlanders van Surinaamse afkomst ons tot voor kort hierover nauwelijks hierover uitlieten? Een nog grotere vraag: wat is nodig is om de eenheid binnen onze gemeenschap wél te realiseren?
Laten we even teruggaan in de tijd. Hindustanen beschikken
over een groot adaptief vermogen. Dit blijkt uit diverse wetenschappelijke
onderzoeken en is ook zichtbaar. Binnen een tijdbestek van ongeveer 150 jaar
hebben wij ons over meerdere continenten, namelijk Azië, Zuid- Amerika en
Europa, weten te verplaatsen.
Na de afschaffing van de slavernij in Suriname op
1 juli 1863 besloten de Nederlanders en de Britten om contractarbeiders uit India
naar Suriname en omringende landen te halen om op de plantages te werken. Onze
voorouders namen, in de hoop op een beter leven, het contract aan of werden in
sommige gevallen tegen hun wil in meegenomen. Desondanks besloten zij in een
vreemd land, op een ander continent een beter leven na te streven zonder
daarbij in opstand of verzet te komen. Ze pasten zich aan en probeerden hun
eigen culturele normen en waarden daarin te blenden en waren daarbij respectvol
naar het ‘gastland’. Men klampte zich vast dat aan het idee dat het harde
werken zich zou belonen. En dat deed het in veel gevallen ook. Men bouwde een
goed leven op, wist op te klimmen op de sociale ladder en was niemand tot last.
Dit is van generatie op generatie meegegeven en we kunnen hier spreken van een
intergenerationele overdracht gestoeld op overleving. Op hun beurt hebben onze
(groot)ouders dit ook gedaan toen zij vanuit Suriname naar Nederland
emigreerden. Hierbij kregen wij, of in ieder geval ik, ook deze boodschap mee:
‘Ga naar school, doe je best, leer een vak, zorg ervoor dat je een goede baan
vindt en leidt een goed leven.’
Doe vooral niet moeilijk en val niet al te veel op, want dat
deden we al door onze kleur en gebruiken. We hebben daarbij ook een gevoel voor
autoriteit en respect meegekregen voor bijvoorbeeld docenten, leidinggevenden
etc. Dat siert ons, maar kan soms ook in ons nadeel werken. We hebben hierdoor
als het ware conflictvermijdend gedrag aangeleerd.
De vraag is of dit binnen de huidige samenleving past en of
we dit gedrag aan onze kinderen willen meegeven? De samenleving wordt harder,
individualistischer. Houden wij ons staande door te zwijgen? Het uitspreken van
je mening hoeft namelijk niet perse tot een conflict te leiden. We kunnen ook
op een constructieve manier met elkaar een dialoog aan gaan en van ons, de
Hindustanen in Nederland, kunnen laten horen. We hebben immers al zo lang
gezwegen en voldaan aan de verwachtingen van de maatschappij, waarbij niet
altijd hebben laten horen wat voor ons belangrijk is. Hoe mooi zou het zijn als
wij bijvoorbeeld ook onze Divali of Eid viering groots kunnen delen met iedereen die
daarin geïnteresseerd is? Of dat de Hindustanen die niet in de randstad en de
schoolgaande kinderen vrij kunnen zijn zonder ieder jaar volledige tekst en
uitleg te geven, omdat het onbekend is. Hoe fijn zou het kunnen zijn om de
trots voor je culturele afkomst en religie uit te kunnen dragen, maar ook
daarin de westerse elementen die jou dienen te omarmen!
Wij, Hindustanen, zijn van bi-culturele afkomst. Dat houdt
dat we een meervoudige culturele achtergrond hebben. Met name voor de jongere
generatie, die hun identiteit aan het ontwikkelen zijn. Zij zoeken naar
antwoorden wie zij zijn en waar toe zij behoren. Het hebben van rolmodellen is
voor hen belangrijk en daarmee ook ‘a sense of belonging’ die zij buitenshuis
niet altijd weten te vinden. Als wij ons niet verenigen en niet ons niet
uitspreken blijft dit een een lastige zoektocht. We moeten ons zwijgen niet
verwarren met het zwijgen van Mahatma Gandhi (1868- 1948). Hij richtte zich op
het leven vanuit een filosofie van satya (waarheid) en ahimsa
(geweldloosheid). Zijn filosofie is gegrond op de ontwikkeling van het moreel,
waarin ethisch verantwoord handelen en leven het principe is. Hij heeft
gestreden voor de onafhankelijkheid van India van het Britse regime.
Wij hoeven niet te strijden voor onafhankelijkheid, maar wij
kunnen wel van ons laten horen en de Hindustanen in Nederland een stem geven.
Zwijgen gaat verder dan alleen opkomen voor ons Hindustanen
als bevolkingsgroep. In mijn volgende artikel zoom ik in op de gevolgen van
‘ons zwijgen’ op het individu.
Cheryl Chotkan
(Cheryl Chotkan is sociologe, docent aan een hogeschool en
auteur. Zij streeft ernaar om Hindoestaanse jongeren herkenning en erkenning te
geven middels o.a. haar boeken en binnenkort te lanceren podcast Diditalks.)